maandag 16 juni 2025

Een dag van Mesmerica

Ik ben dol op het Omniversum Museum in Den Haag.

Hoewel het een museum wordt genoemd, is het eigenlijk meer een bioscoop – maar dan geen gewone.
Er is een koepelvormig scherm, zoals in een planetarium, en de beelden vullen letterlijk je hele gezichtsveld.
Het voelt alsof je hele lichaam wordt meegezogen in een andere wereld.

Afgelopen winter zag ik daar een film gebaseerd op het beroemde album Dark Side of the Moon van Pink Floyd.
Ik vond het zo indrukwekkend dat ik nog eens ben gegaan, dit keer met iemand samen, en daarna zelfs nog een keer alleen.
Sindsdien ben ik een trouwe fan van deze koepelbioscoop.

Afgelopen zondag ging ik naar het Omniversum om Mesmerica te zien.
Een immersieve audiovisuele show, gemaakt door de Amerikaanse visuele kunstenaar en muzikant James Hood.


Terwijl rustgevende muziek speelt, ontvouwt zich een overweldigende stroom van digitale beelden voor je ogen.

Zelfs nadat het was afgelopen, voelde ik me nog duizelig.
Tegelijkertijd was mijn geest opmerkelijk helder.
De snelheid van de beelden bleef in mijn lichaam hangen,
en het leek alsof ik nog steeds in een andere wereld was.
Ik vond het jammer dat het voorbij was.
Ik dacht: dit zou ik mijn hele leven kunnen blijven kijken.

Mensen die verslavingsgevoelig zijn, zouden eigenlijk in Den Haag moeten komen wonen.
Het is vriendelijk voor zowel lichaam als portemonnee,
en ik vermoed dat het ongeveer dezelfde sensaties kan bieden.
Ik vraag me af wat duurder is: drugs of een kaartje voor het Omniversum.
Mesmerica was trouwens best prijzig – ongeveer 27 euro.

Ik keek op de website of ik het nog een keer kon zien,
maar helaas was het uitverkocht.
Logisch ook.
Als ik weer de kans krijg, ga ik zeker opnieuw.

Als de afstand tot mijn werk en de belachelijk hoge huur geen probleem zouden zijn,
zou ik waarschijnlijk in de buurt van het Omniversum gaan wonen en elk weekend gaan.

Op de terugweg liep ik achter een paar mensen aan die ook net uit het Omniversum kwamen,
en ontdekte zo een achterafweggetje.
Het was rond half zeven, maar nog steeds helder als overdag.
Ik ging even op een bankje zitten. De mensen verdwenen al snel,
en het was heerlijk stil.
Hoewel het een zomerse dag was, was het licht aan het eind van de middag zacht,
en ik genoot van de nasleep van Mesmerica die nog in mijn lichaam zat,
terwijl ik een boek las.
Het boek was Hitokiri Izo van Ryotaro Shiba.
De intense mandala-achtige kleuren van Mesmerica vermengden zich in mijn hoofd met de koele en rationele stijl van Shiba,
en dat maakte me opnieuw een beetje duizelig.

Toen ik terugliep door de stad, zag ik overal mensen in het rood gekleed.
“Waarom dragen zoveel mensen rood vandaag?” vroeg ik aan Zoroku.
Hij legde me uit dat het een protestmars was, genaamd Rode Lijn, tegen wat er in Gaza gebeurt.
In de tram zat aan de overkant een familie die waarschijnlijk Palestijns was:
drie kinderen, een moeder en een vader.
De kinderen droegen rode jurkjes en T-shirts, de moeder droeg een rode hijab,
en de vader had een traditioneel gewaad aan met rode patronen.
Het jongste meisje, ongeveer drie jaar oud, hield een zelfgemaakt canvas stevig vast.
Toen haar moeder het probeerde af te pakken, liet ze het niet los.
Even later begon ze ermee te zwaaien en riep:
“Daa, doo, daa! Daa, doo, daa!”
Alsof het een soort eigen protestkreet was.
Het was ontzettend schattig.

Aan de voorkant van het canvas was de Palestijnse vlag geschilderd in rood, groen en wit.
Op de achterkant stond: STOP GENOCIDE.
Ze waren als gezin gekomen om zich samen tegen de genocide uit te spreken.

Als ik lid was geweest van dat gezin,
zou ik er jaren later nog over praten.
“Weet je nog die vredige, prachtige dag,
dat we met z’n allen in het rood gekleed gingen protesteren tegen onmenselijkheid?”

Het was een vredige en prachtige dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een dag van Mesmerica

Ik ben dol op het Omniversum Museum in Den Haag. Hoewel het een museum wordt genoemd, is het eigenlijk meer een bioscoop – maar dan geen ...